Wandelvakantie Andalusië, zuid-Spanje
Je kunt natuurlijk in heel Spanje prachtige wandelingen maken. Maar als je ervoor kiest om te gaan wandelen in Andalusië kun je verreweg het beste op Malaga vliegen. Vanuit Eindhoven en Amsterdam vertrekken in het hoogseizoen meerdere keren per week vliegtuigen naar Malaga. In Malaga kun je eenvoudig een auto huren en dan ben je binnen tussen één en drie uur midden in de bergen, hangt er vanaf waar je heen gaat om te wandelen in Andalusië. Voordeel daarvan is dat je dus ook later op de dag kunt vliegen. De dorpen liggen vooral aan de randen van het natuurgebied; het is lastig om met de auto het hart van het gebied te bereiken.
Het openbaar vervoer is in de bergen erg beperkt; eigenlijk kun je niet zonder auto. Of je moet bereid zijn een taxi het werk te laten doen. Op het vliegveld van Malaga huur je zeer eenvoudig een auto.
Sierra de Grazalema
Dit is een ruig gebergte ten noordwesten van Ronda. Beroemd om de grote populaties lammer- en vale gieren. Er zijn veel wandelmogelijkheden op elk niveau, maar voor de meeste wandelingen heb je wél een permit nodig. Grazalema zelf is een aangename standplaats voor dit deel van je gaat wandelen in dit deel van Andalusië in zuid-Spanje, maar je kan ook kiezen voor Ronda. Vanuit Ronda zit je namelijk zo in de Sierra de Grazlama.
Grazalema is een goede keuze als standplaats voor dagtochten in de Sierra de Grazalema. In het dorp is een centraal pleintje waar je je auto kunt parkeren. Er zijn diverse supermarkten, winkels (ook op zondag geopend van 09.00 tot 14.00), een geldautomaat en een bakkerij. cafés en restaurants zijn er in overvloed.
De Sierra de Grazalema is geen groot gebied om te wandelen in Andalusië; een kleine 50.000 hectare en daarmee kleiner dan de meeste andere natuurgebieden in Andalusië. Het strekt zich uit over de provincies Cádiz en Málaga. De Sierra de Grazalema is een afwisselend gebied, het kent kale bergruggen van kalksteen, diepe ravijnen, met bos begroeide valleien, kolkende rivieren, boomgaarden met fruit en olijven, weides vol wilde bloemen en insecten en steile rotswanden waar technisch moeilijke routes geklommen kunnen worden.
De Sierra de Grazalema is helaas wel het natste gebied van heel Spanje. Maar die regen valt vooral van november tot april. Het positieve gevolg van al die nattigheid is dat het er zeer groen is. Er bloeien bijna 1300 verschillende planten en bloemen. Ter vergelijk, dit is 72% van de hele flora van Groot-Brittannië. Een groot deel van de flora en fauna en vind je alleen in de Sierra de Grazelema. De Sierra de Grazalema is niet een heel waterrijk gebied. Veel meren of waterpartijen kom je er niet tegen; het meeste water verdwijnt meteen in de kalkbodem.
De Alpujarras en de Sierra Nevada
Veel Spanjaarden vieren hun wandelvakantie Andalusië in de Alpujarras en de Sierra Nevada, deze lopen naadloos in elkaar over, maar het zijn toch echt twee verschillende gebieden: niet alleen qua natuur, maar ook qua sfeer. Combineer je ze, dan kun je er prachtige wandelingen maken.
De Sierra Nevada
De Sierra Nevada staat een beetje synoniem voor wandelen in Andalusië. Het is een serieus hooggebergte waar tot laat in het seizoen sneeuw kan liggen. Tevens vind je er de Mulhacén, de hoogste top van het Spaanse vasteland
De Sierra Nevada, is de hoogste bergrug van het Iberisch schiereiland en ongeveer 100 kilometer lang en 30 kilometer breed. Veertien toppen in de Sierra Nevada zijn hoger dan 3000 meter. Tot een eeuw geleden lag er nog een gletsjer, de Corral de Veleta, die meteen ook de zuidelijkste gletsjer van Europa was. Naast de hoogste top Mulhacén (3479 m), zijn de Alcazaba (3366 m) en de Veleta (3398 m) ook bergtoppen die meetellen. Op deze bergen kun je vanaf eind november tot begin mei skiën. Het ski dorp waar alle liften beginnen heet Pradollano.
De Alpujarras
Een combinatie van wandelen in de Sierra Nevada met de groene, waterrijke en overweldigend mooie Alpujarras ligt voor de hand. Prima gebied om meerdere dagen te wandelen in de lente of juist de herfst. Je kan de wandelingen natuurlijk ook samenvoegen tot een meerdaagse tocht.
De Alpujarras, bekend van de schitterende witte dorpen, liggen ten zuiden van de hoogste toppen van de Sierra Nevada. De naam Alpujarras is waarschijnlijk afkomstig van het Arabische Al-Busherat wat ‘grasland’ betekent. Het is een bijzonder groen, vruchtbaar en ruig gebied. De kern van de Alpujarras bestaat uit 80 dorpen. Het gebied laat zich onderverdelen in La Alpujarra Alta (het hogere deel van de Alpujarras; de zonnige zuidflank van de Sierra Nevada) en La Alpujarra Baja waar wijnranken, olijven, citroenen, amandelen, walnoten, kastanjes, granaatappels en vijgen te vinden zijn. De meeste bomen dragen rijpe vruchten van eind augustus tot eind november.
Nationaal Park
De Sierra Nevada en de Alpujarras kennen beide een rijke flora en fauna. Er komen zo’n 200 plantensoorten voor in het hooggebergte, waarvan 40 die alleen hier voorkomen in Spanje, die allemaal de koude winters in de sneeuw overleven. Opvallend is hun witachtige behaardheid waarmee ze zich wapenen tegen UV-licht. Veel planten hebben ook stekels waarmee ze voorkomen dat ze verorberd worden door de diverse grazers. Tussen de 800 en 1200 meter vind je veel steeneiken, johannesbroodboompjes, rozemarijn, brem, kurkeiken en lavendel. Hoger dan 1200 meter kom je onder andere salie tegen.
Tegenwoordig is de Sierra Nevada een Nationaal Park, Parque Nacional Sierra Nevada. Dit nationale park is pas in 1999 opgericht en beslaat het hele hoge deel van de Sierra Nevada, zo’n 90.000 hectare.
Een tocht samenstellen is op basis van goede gidsen en kaarten is geen probleem. Er lopen meerdere GR’s en plaatselijke routes door het gebied die eenvoudig aan elkaar zijn te koppelen tot een mooi rondje. Een combinatie van zowel hooggebergte als de groene dalen van de Alpujarras is goed mogelijk. Let op! Het weer kan in dit bergachtige gebied snel omslaan.
Een voorbeeld van een meerdaagse wandeltocht van 3 dagen in de Alpujarras is bijvoorbeeld van Bérchules naar Trevélez (dag 1), Cebedilla en grootste deel Refugio del Poqueira (je kan ook doorlopen en dan ook overnachten in de berghut als er plaats is) (dag 2) Capileira , Bubion en Pampeneira (dag 3).
Maar je kan het ook meer spreiden en het verdelen in zes “korte” etappes.
• Etappe 1: Bérchules – Trevélez
• Etappe 2: Trevélez – Refugio del Poqueira
• Etappe 4: Refugio del Poqueira – Capileira
• Etappe 5: Capileira – Bubión
• Etappe 6: Bubión – Ferreirola
Hou je meer van de combinatie Andalusië, wandelen, kloof, dan kun je in de Sierra Nevada het beste terecht in:
– Monachil, voor de Los Cohorres wandeling, dit is ook gelijk een van de populairste wandelingen in dit gebied.
– Durcal, door de Rio Durcal naar de Barranco de los Lobos. Een mooie wandeling langs een aantal kleinere watervallen op weg naar de grote waterval , waar het smeltwater naar beneden stort.
– Saleres, voor de Barranco de Luna, dwars door kloven met vele fossiele schelpen en schelpdieren.
De Sierra de Tejeda-Almijara y Alhama
Wie vanaf Malaga naar het oosten rijdt, ziet al snel een aantal hoge bergen . Op weg naar de Sierra de Nevada of Cabo de Gata laat je dit berggebied, de Sierra de Tejeda, makkelijk liggen, maar dat zonde. Je kunt er goed wandelen! Met het toeristische Nerja als standplaats kun je er bijvoorbeeld twee dagtochten maken.
Het Parque Natural Sierras de Tejeda, Almijara y Alhama (40.600 ha) is een natuurpark sinds 1999. Steile rots hellingen bedekt met dennen, spitse bergkammen, diepe ravijnen, dat is wat je in Sierra de Tejeda-Almijara y Alhama allemaal kunt verwachten. De witte dorpjes in dit gebied waren vroeger een toevluchtsoord voor struikrovers en later, tijdens de Spaanse burgeroorlog, voor anti-Franco rebellen. De dorpen hebben hun Moorse karakter bewaard en zijn zeker de moeite waard om te bezoeken. De natuur in het gebied is ronduit spectaculair en perfect voor wandelingen.
In de Sierra de Tejeda-Almijara y Alhama vind je veel grotten waarvan die bij Nerja de bekendste is. De Sierra de Tejeda-Almijara y Alhama heeft veel flora dat alleen hier groei in Spanje en is het rijk aan roofvogels.
Geschikte standplaatsen met voldoende hotels en B&B’s aan de zuidkant van de Sierra de Tejeda-Almijara y Alhama zijn de ‘witte dorpen’ Nerja, Frigiliana, Cómpeta perfecte uitvalbasissen. De Oostkant kun je bereiken vanaf onze bed and breakfast Casa del Patio
Aan de westkant zijn Colmenar, Benamargosa, La Vinuela en Alcaucin prima standplaatsen.
Wie een korte, meerdaagse tocht wil maken, kan het beste vanuit Nerja het gebied in en onderweg overnachten in een herberg, de Albergue rural de La Fuente del Esparto. Vanaf die locatie kun je verder wandelen naar Frigiliana en daar overnachten. Vanaf Frigiliana is het dorp Competa weer in een dag te bereiken.
Meerdaagse tochten in het gebied
De GR 242 Tejeda-Almijara is een rood-wit gemarkeerde wandelroute die helemaal door de Sierra de Tejeda-Almijara y Alhama loopt en je in vier dagen kunt doen. De route loopt in een lijn en begint officieel in Periana in de bergen en eindigt in Nerja aan de zee. De GR-242 was eerst een op zichzelf staande route, maar maakt nu deel uit van de veel langere GR-249.
De etappes:
• Periana- Alcaucin 13,6 km
• Alcaucin- Canillas de Albaida 27.9 km
• Canillas de Albaida-Frigiliana 25,5 km
• Frigiliana-Nerja 14,0 km
Cazorla
De onbekende parel voor wandelaars is toch wel het Parque Natural Sierras de Cazorla, Segura. Dit is het grootste Parque Natural van Andalusië én Spanje. Het uitgestrekte, groene, waterrijke en (deels) zeer bergachtige gebied ligt noordoostelijk van Jaén. Het biedt ook ervaren wandelaars meer dan genoeg uitdaging en bovendien is Cazorla (836 m) een fijne uitvalsbasis.
Zoals de naam al doet vermoeden bestaat het natuurpark Sierras de Cazorla y Segura uit twee gebieden die tot hetzelfde gebergte behoren. De Sierra de Carzola met het stadje Cazorla is het droogste en bergachtigste gebied van de drie. Ten zuidoosten van Cazorla zijn de bergen rond de 2000 meter. De 660 km lange Río Gualdalquivir, die ontspringt in de Sierra de Cazorla en uitmondt in de Atlantische oceaan, is de grootste rivier van Andalusië en één van de grootste van Spanje.
In de winter en het vroege voorjaar zijn de bergen bijna zeker bedekt met sneeuw. Je loopt voornamelijk door en langs uitgestrekte pijnboombossen die in de hete zomer de broodnodige schaduw geven. Maar je vindt er ook brede groene valleien met bloemenweiden, cortijo’s en kleinschalige boomgaarden, diepe ravijnen met bulderende beken en indrukwekkende watervallen.
In de oostelijker gelegen Sierra de Segura valt zeker ook genoeg te wandelen, alleen zijn de bergen daar wat minder spectaculair en kent het geen gezellig en levendig stadje als Cazorla. Maar Segura de la Sierra is ook een prima uitvalsbasis.
De Sierra Segura is ook groter in oppervlakte dan de Cazorla. En groener omdat er meer regen valt in het voorjaar. En stiller en ongerepter qua uitstraling, zeker in de hoger gelegen delen.
Segura de la Sierra en Hornos de Segura zijn de leukste stadjes in de Segura. De laatste plaats kent ook een kleinschalig, maar interessant museum: het Cosmolarium, waar het planeten- en sterrenstelsel op een toegankelijke manier in beeld wordt gebracht. Vroeger was het museum een (Moors) kasteel.
In Parque Natural Sierras de Cazorla, Segura vind je zo’n 1100 verschillende planten, bomen en struiken. Ook kent het park een aantal grotere zoogdieren zoals wilde zwijnen, damherten en edelherten, Spaanse steenbok, steenmarter, lynx, vos en otter. Maar ook roofvogel zoals steenarend, slechtvalk, havik en visarend. Vroeger huisden er ook lynxen en wolven, maar de laatste wolf werd in 1920 geschoten en is nooit meer teruggekeerd.
Gabo de Gata
Wie de Cabo de Gata van de kant van Almería nadert, zal teleurgesteld zijn in de omgeving. In dit droogste deel van Andalusië ligt namelijk het grootste kassengebied van Europa. Een zee van lelijkheid. Je rijdt letterlijk door kilometerslange muren van kassen door. Maar daarna kom je in een prachtig natuurgebied met een landschap dat je het meeste aan het wilde westen denken.
De Cabo de Gata in de provincie Almería is een wandelgebied dat totaal anders is dan alle andere wandelgebieden in Andalusië Het heeft dezelfde sfeer als het zuiden van de USA, de overweldigende woestijnlandschappen, de bergen van rond de 500 meter die bijna tot in zee komen, de spectaculaire wandelpaden langs en over de kliffen van gestolde lava.
De Cabo de Gata heeft twee gezichten. Enerzijds is er dus een prachtige kustlijn met brede zandstranden, baaien en hoge rotskliffen waar je bijna niemand tegenkomt. En anderzijds kent het een woestijnachtig achterland met kale, rotsachtige bergen (de Sierra del Cabo de Gata en drooggevallen rivierbeddingen, de zogenaamde rambla’s, die vaak als weg worden gebruikt om verstopte dorpen en gehuchten te bereiken. Langs de kustlijn van de Cabo de Gata liggen verder aardige ‘stadjes’ zoals San José, Las Negras, Carboneras en Los Escullos.
Een ander groot voordeel van de Cabo de Gata is dat het er beslist niet toeristisch is. Echt een gebied voor liefhebbers van rust, natuur en een warme Mediterrane sfeer. Nadeel is wel dat de zomermaanden verzengend heet zijn, heter nog dan in andere delen van Andalusië. Door de directe ligging aan zee en bescherming van de bergen is er geen enkele verkoeling in de heetste maanden juli en augustus . Je kan dan dus beter geen wandeling maken. Voorjaarsregens zorgen ervoor dat de natuur in bloei komt, de temperaturen zijn met maximaal 23 graden geweldig en de nachten zijn fris. Nadeel is wel dat veel restaurants en cafés nog dicht zijn. Het najaar is ook een prima jaargetijde met rustig weer en aangename temperaturen. De natuur is dan natuurlijk wel iets minder uitbundig.
Sierra de las Nieves
Wie vanuit Malaga met de auto of bus naar het (noord)westen rijdt, komt uit in de Sierra de las Nieves. Dit gebied is zeer uitgestrekt, alleen de randen zijn bewoond, en herbergt toppen tot bijna 2000 meter.
Wie een wandelweek in de Sierra de Grazalema heeft gepland, steekt eenvoudig ‘over’ naar de Sierra de las Nieves. Een prachtige autoweg (de A-381) deelt de berggebieden in tweeën. Maak je daadwerkelijk de oversteek, te voet of met de auto, laat dan vooral Ronda niet liggen. Dit prachtige maar ook toeristische stadje is beroemd door de fabelachtig mooie 98 meter hoge Puente Nuevo die twee stadsdelen met elkaar verbindt. In Ronda kun je zonder problemen een dag doorbrengen. Overigens vormt Ronda maar één ‘toegangspoort’ tot de Sierra de las Nieves. Aan de oostkant van het gebied ligt Tolox vanuit waar veel wandelingen in het gebied starten. Tolox mag je dan ook met recht hét wandeldorp van de Sierra de las Nieves noemen.
De Sierra de las Nieves is vooral onbewoond en de winters kunnen er streng zijn; het gebied komt niet voor niets aan zijn naam. Alleen aan de randen vind je wat dorpen, verder is het leeg en uitgestrekt. Net als in de Grazalema groeit er de zeldzame Spaanse zilverspar.
Op de hoger gelegen delen in de Sierra de las Nieves heb je het gevoel serieus hooggebergte te betreden. De klim bijvoorbeeld naar de Pico Torrecilla (1919 meter), is door zijn lange aanloop en steilte niet te vergelijken met een beklimming van de Reloj (1535 m) in de Sierra de Grazalema. Het is meer dan alleen de 400 meter verschil in hoogte; het is ook de verlatenheid en uitgestrektheid die het verschil maken.
In de Sierra de las Nieves is Tolox aan de oostkant een bekende plaats vanuit waar je prima kunt wandelen. Of je kiest voor Ronda, dat tussen de Sierra de Grazalema en Sierra de las Nieves in ligt. Dat scheelt een flink stuk omrijden via de noordkant.
Sierra de Aracena
Drie gebergten zijn in Andalusië van belang. Eén daarvan is de Sierra Morena, een 65 km brede en 500 (!) km lange bergrug die de grens vormt tussen Andalusië en de ‘rest’ van Spanje en waarvan de hoogste top niet hoger is dan 1323 meter. In het westelijke deel ligt de Sierra de Aracena met het stadje Aracena als kloppend middelpunt. Echte bergen vind je hier niet, wel groene en heerlijk golvende heuvelruggen. Dat groene karakter is te danken aan de hoeveelheid regen die er in de wintermaanden valt (na de Sierra de Grazalema de meeste hoeveelheid neerslag in Andalusië).
Het gebied ligt een goed uur rijden boven Sevilla en wie uit de hoofdstad van Andalusië komt, gaat dit fijne berggebiedje enorm waarderen. De autorit er naartoe is op zich al een belevenis. Van het drukke, hete Sevilla kronkel je over een goede, maar vrij smalle autoweg langzaam richting de groene ‘bergen’ van de Sierra de Aracena.
Het landschap van de Aracena heeft een enorme diversiteit aan gewassen en bomen zoals vijgen, paddenstoelen, vele soorten groenten, fruitbomen, olijven, noten, granen, tamme kastanjes, eucalyptus en vooral veel kurkeiken. En met geiten, kippen, koeien en varkens die overal vrij rondscharrelen en lynxen, keizerarenden en monniksgieren die hier hun habitat vinden.
Als je gaat wandelen in de Sierra de Aracena, stuit je vroeg of laat op ‘vlakke’ stukken land tussen de kurkeik- en steeneikbossen. Hier graast vee en scharrelen de zwarte Ibérico-varkens hun dagelijkse maal bij elkaar. De Sierra de Aracena staat bekend om het beroemde zwarte Ibérico-varken dat, de wereldberoemde jamón Ibérico levert. Centrum van deze productie van de Pata Negra (‘zwarte poot’), zoals de ham hier heet, is weliswaar Jabugo, maar deze heerlijke, ietwat zoete ham kun je overal eten en kopen.
Voor wie echt wat op wil steken van de beroemde ham van de Sierra de Aracena, is een bezoek aan een varkensboerderij een aanrader. Hier worden de varkens vetgemest met eikels en, mooier kunnen we het niet maken, verwerkt worden tot ham. Bijvoorbeeld de Jamones Eíriz in Corteconcepíon, een dorpje ten oosten van Aracena. Aan het eind van de rondleiding krijg je uiteraard een bordje Ibérico en een glas wijn en kun je eventueel een portie verse ham inslaan. Bekijk de website even voor de tijden van de rondleiding. In ieder geval één van de medewerkers van het bedrijf spreekt uitstekend Engels, mocht je geen Spaans verstaan. Goedkoop is een rondleiding overigens niet. Je betaalt € 42,50 per persoon, maar dan ben je wel je 2,5 uur onder de pannen.
Standplaats Aracena
Aracena is onbetwist het kloppende hart van de Sierra de Aracena. Een uitstekende plek om een paar dagen tot rust te komen! Deze fijne en verrassend grote plaats met 7500 inwoners kent veel voorzieningen. Op de Plaza Margués de Aracena vind je de meeste cafés en restaurants. Verder zijn er winkels, bakkertjes, slagers en supermarkten. Aan de rand van het stadje ligt zelfs een Lidl.
Bezienswaardigheden in Aracena zijn het kasteel Cerro del Castillo met daarnaast de kerk op de heuvel. Dé grote ‘atractie’ is de Gruta de las Maravillas die centraal in het stadje liggen. Een wandeling door de grotten (onder leiding van een gids) duurt ongeveer een uur. De toegangsprijs bedraagt € 10,-. Kaartjes koop je bij de kassa aan het begin van de grot. Per dag worden er maximaal 1000 bezoekers toegelaten.
Parque Natural Los Alcornocales
Wie vanaf de kust bij Castellar de la Frontera het Parque Natural Los Alcornocales binnenrijdt, ziet zonnebloemen, goudgele akkers, met bos bedekte heuvels en vele kleine witte dorpjes. Hoog zijn de bergen niet, het landschap golft en bolt eerder gemoedelijk. Jimena de la Frontere is een prima standplaats voor een aantal geweldige wandelingen.
Wat Los Alcornocales zo bijzonder maakt, is de groene en natuurlijke uitstraling van het gebied. Dat heeft het te danken heeft aan de invloed van de Atlantische Oceaan op slechts 60 km ten westen. Dit zorgt voor de regen op de eerste bergen die het tegenkomt vanuit de kust.;
Zelfs in de zomer heb je vaak mist in de ochtenden en zijn de temperaturen aangenaam. Kurkeiken groeien in deze omstandigheden bijzonder goed, dé boom van Los Alcornocales is de kurkeik, Alcor betekent dan ook kurk en Alcornocal staat voor kurkbos; een betere naam hadden ze niet kunnen bedenken. Toch is niet de hoeveelheid regen de enige reden dat er zoveel kurkeiken groeien in de Alcornocales. Het heeft ook alles te maken met de samenstelling van de aarde. De Alcornocales kent een ondergrond die minder zuur is dan in andere delen van Andalusië en juist op die zuurarme ondergrond voelt de kurkeik zich erg goed thuis. Sterker nog, op zure grond gedijt de kurkeik simpelweg niet.
Een ander bijzonder gegeven van het gebied is dat veel dorpen de toevoeging Frontera of Castillo in de naam dragen. Los Alcornocales was lange tijd het grensgebied van het Koninkrijk Granada, het laatste bolwerk van de Moren voordat ze het in 1492 definitief moesten afleggen tegen de christelijke legers. Jimena de la Frontera bezit dan ook een redelijk bewaard gebleven Moors kasteel dat vanuit het centrale plein via een stevige wandeling(of anders met de auto) is te bereiken. Je hebt er een geweldig uitzicht over de omringende bergen en dalen. In de Moors tijd was het een uitkijkpost van onschatbare waarde.
Standplaats Jimena de la Frontera
Jimena de la Frontera is een adelaarsnest, gebouwd op een heuvel. De straten zijn er nauw en steil en de witte huizen schurken dicht tegen elkaar. Het leven speelt zich voornamelijk af rond de Plaza la Constitución waar je wat cafés en restaurants vindt en je je auto kunt parkeren. En daarmee is eigenlijk alles wel gezegd, want heel veel meer is niet te doen in Jimena de la Frontera.
Reserveer nu je wandelarrangement!
Kies je kamer en vul bij het reserveringsformulier in dat jij gebruikt maakt van het wandelarangement.